Henk de Vries heeft als grafisch ontwerper veel gerealiseerd. Daarnaast heeft hij ook kantoren en winkel-interieurs ingericht, architectonisch vormgegeven en producten ontworpen. Kortom, hij heeft zich zowat op alle terreinen van de vormgeving begeven. Zijn staat van dienst is uitzonderlijk. Voor hem is altijd het uitgangspunt geweest dat het ontwerp de ‘mentaliteit’ en ‘kwaliteit’ uitstraalt van de onderneming of instelling, zoals destijds bij IBM en Citroën het geval was.
Medewerkers Dedato Europe, Keizersgracht 22, Amsterdam, 1992
Twee studies tegelijk
Henk studeerde van 1956 tot 1960 aan de Amsterdamse Grafische School (AGS) en liep stage bij de Stadsdrukkerij. Hij won een landelijke prijsvraag uitgeschreven door het Gerrit Jan Thieme Fonds met de uitnodiging voor een dansfeest. Het ontwerp werd gezien en geprezen door docent IvKNO Charles Jongejans en Willem Sandberg, voormalig directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam. “De ontmoeting met die twee ontwerpers was voor mij van cruciaal belang om te kiezen voor het vak.” Zij adviseerden hem de avondopleiding grafische vormgeving aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs te gaan volgen. Hij nam dit advies ter harte en studeerde er van 1958 tot 1964. Twee studies vrijwel tegelijkertijd, de ene overdag, de andere ’s avonds, hij bleek het aan te kunnen.
Zijn wereld werd groter en hij liet zich inspireren door alles wat onder zijn ogen kwam en hem belangrijk leek om goed kennis van te nemen, of het nu de Bijenkorf-etalages van Benno Premsela waren of het werk van Charles Rennie Mackintosh, Lion Cachet, Frank Lloyd Wright of het Bauhaus. Telkens wanneer ruimtelijke en grafische vormgeving in elkaar overgingen en elkaar versterkten, raakte hij er meer van overtuigd dat hij deze twee disciplines trouw moest blijven en waar mogelijk hun verbondenheid moest aantonen en waarmaken.
Nog als student werd hij door zijn docent Wim Crouwel gevraagd voor de uitvoering van een project voor Plieger Sanitair te Amsterdam. Crouwel had in samen-werking met Kho Liang Ie voor Plieger een huisstijl, showrooms, kantoren en stands ontworpen – voor Henk andermaal een bewijs dat grafische en ruimtelijke vormgeving elkaar aanvullen. Hij werd voor een vol jaar in dienst genomen en werkte aan een omvangrijke catalogus met alle sanitaire producten van Plieger. Na dat jaar vroeg eigenaar/directeur Boy Plieger of hij wilde blijven. Henk greep dit aanbod aan als een kans om grafische en ruimtelijke vormgeving te kunnen verenigen in het werk dat hem werd aangeboden.
Catalogus rioleringsbuizen, Plieger, 1971
Uitnodiging Leeser modezaak 25 jaar, 1974
Zelfstandig
Zes jaar, vele showrooms en vijfhonderd badkamers later hield Henk het voor gezien. In 1966 startte hij als zelfstandig ontwerper. Binnen korte tijd had hij zeven mede-werkers in dienst. Grafisch én ruimtelijk ontwerpers, maar het accent bleef lange tijd op het platte vlak liggen, ondanks zijn pogingen om een goede balans te vinden tussen grafisch en ruimtelijk.
Boy Plieger vroeg hem voor zijn bedrijf te blijven werken als freelancer. Hij kwam met Plieger overeen dat er voor een vast maandelijks bedrag werkzaamheden zouden worden verricht. Zo ook voor andere opdrachtgevers, waardoor er zekerheid was om de salarissen van de medewerkers te kunnen betalen. Het werk bleef gestaag binnenstromen omdat de opdrachtgevers zeker wilden zijn dat er voor hun maandelijkse betalingen voldoende werk werd geleverd. Van Beek Teken- en Kunstschildersmaterialen uit Amsterdam was een klant van het eerste uur. Henk werd gevraagd een stand voor hen te ontwerpen. Zijn honorarium zou in natura worden uitbetaald in de vorm van een speciale bureau-tekentafel.
Verpakkingen Van Beek Art Supplies, 1980
Cosmetica flesjes, Marianna David, Euro Fashions, 1983
In de jaren zeventig kreeg Henk de opdracht om voor De Koninklijke Sphinx een huis-stijl te ontwerpen. Zoals zo vaak bleek het bestaande logo ‘heilig’ en was de officiële naam – NV Koninklijke Sphinx v/h Petrus Ragout – nogal lastig te moderniseren. Onder een portret van oprichter Petrus Ragout hield hij zijn betoog, ondersteund met afbeeldingen van de voorstellen voor het logo en de toepassingen. Na de presentatie aan de Raad van Bestuur viel er een daverende stilte. Hij zag het gezelschap denken: “Hoe heeft die Amsterdammer al die Maastrichtenaren stil gekregen?!” Een aantal leden van de Raad van Bestuur begon aarzelend te protesteren. Hun ‘symbool’ was een investering van jaren geweest en dat kon niet zomaar worden weggegooid! Henk kwam met het voorbeeld van het nieuwe, door Studio Dumbar ontworpen NS-logo. “Kunt u zich het oude NS-logo nog herinneren?”, vroeg hij. Wederom werd het stil. De voorzitter van de Raad van Bestuur stond op en zei: “Meneer De Vries, u heeft mij overtuigd. U krijgt de opdracht indien u mij kunt beschrijven hoe het oude logo van de Spoorwegen eruit zag.” Hij slaagde glansrijk.
Logo Koninklijke Sphinx, 1973
Logo Houthandel Key, 1969
Studio, Ontwerpgroep Henk de Vries Prinsengracht, Amsterdam, 1985
Ontwerpgroep Henk de Vries
De symbiose van het grafisch en het ruimtelijk ontwerpen liet Henk niet los. Hij bleef proberen deze waar mogelijk te integreren. Vermoedelijk waren beide in hemzelf verenigd – hij is als het ware uit het platte vlak opgestaan en de ruimte ingewandeld, zonder zijn grafische vakmanschap te verloochenen. Zelfs met het industrieel ontwerpen ging hij later uitgebreid op verkenningstocht. Modezaak Leeser vroeg Ontwerpgroep Henk de Vries een gevel en interieur te ontwerpen voor de modewinkel Denis Deux, in samenwerking met oud-studiegenoot Hans Niemeyer, die net was vertrokken bij het bureau van Kho Liang Ie. Bijzonder was de ontworpen aluminium gevel, uitgevoerd door een fabrikant van autobuscarosseriën. Het etalage-glas werd, net als bij autobussen, in rubberen strips gemonteerd.
Logo en belettering schutting, Modezaak Denis Deux, 1980
De ANWB vroeg Studio Dumbar en Ontwerpgroep Henk de Vries voorstellen te maken voor hun jaarverslag. Hij stond op de stoep van het ANWB-hoofdkantoor terwijl Gert Dumbar net naar buiten kwam gewandeld. Henk zei: “Wie verliest, trakteert op een fles wijn.” Heimelijk hoopte hij dat Dumbar zou winnen want hij vond: wie de huisstijl heeft ontworpen maakt ook het jaarverslag. Gert won en de twee lieten het niet bij één flesje. Met de concurrentie werd vriendschappelijk omgesprongen; er was genoeg werk en er was respect voor elkaar.
GAMMA (Intergamma) huisstijl en inrichting bouwmarkten, vanaf 1980
In 1980 verkreeg het bureau de opdracht voor de huisstijl van Gamma. Henk liet oprichter en algemeen directeur Hans Steenman weten niet bijster geïnteresseerd te zijn. Er waren door een reclamebureau voorstellen gedaan die Steenman aan hem voorlegde. Steenman vroeg wat hij ervan vond. Henk: “Waarvan?” De directeur begreep de boodschap en zei: “Iemand die het wil maken kan het niet en iemand die het kan wil het niet!” Henk speelde de take-it-or-leave-it kaart en na een weekend hard werken werden de voorstellen gepresenteerd. En aangenomen. Niet veel later stonden zijn medewerkers, inclusief de receptioniste, de eerste van de vele Gamma bouwmarkten in te richten en te voorzien van bewegwijzering. Er ontstond een samenwerking van ruim 25 jaar. Later werd het pakket bouwmarkten nog uitgebreid met Karwei en Bouwmaat als onderdelen van Intergamma, waarvoor het hoofdkantoor door Ontwerpgroep Henk de Vries in samenwerking met architectenbureau Inbo werd gebouwd en ingericht.
Standontwerp Synthese/Sikkens, New York, 1984
Verpakkingen, Cetabever lakken, Sikkens/Akzo Nobel, 1984
Redox, Sikkens/Akzo Nobel (ism Anton Vos), 1986
Verhuizend ondernemerschap
Sous-chefs, managers, marketingdeskundigen, offertes – ze waren niet opgenomen in het Handboek Huisstijl Henk de Vries. Zijn eigenzinnige kijk op ontwerpprocedures en zijn manier van zakendoen verbaasden velen, maar iedereen bleef. Hij deed de verbouwing van Patisserie Kuyt in Amsterdam en kreeg alle vrijheid, wat hij ook het liefst heeft. Het vertrouwen was groot. Zijn honorarium bestond uit taartjes, maar dan wel voor meerdere jaren.
Links: McGregor kledingzaken (ism Gwen McLain Pont), 1984
Rechts: Patisserie Kuyt, Amsterdam Interieur, 1998 en bonbondoosjes, 2014
Ontwerpgroep Henk de Vries was vanaf het begin gevestigd aan de Prinsengracht 1107 in Amsterdam. Met alle medewerkers op één werkvloer, waarmee hij de sociale cohesie alle kans gaf. Later werd ook het pand ernaast betrokken. Het bureau groeide en na een tijd bleek dat zelfs beide locaties niet genoeg ruimte meer boden voor alle medewerkers. Er werd uitgekeken naar een groter pand. Op een zondagmorgen in Amsterdam kwamen Henk de Vries en schrijver dezes elkaar tegen. Henk: “Ik ben op zoek naar een pand.” Guus: “Wij (BRS maatschap van vormgevers, GR) gaan verhuizen en ons pand is te koop.” De volgende dag nam Henk een kijkje en na wat onderhandelen werd hij eigenaar van het pand Keizersgracht 610. “Ach,” zei Henk, “met de bank zakendoen is gewoon een sommetje maken op de achterkant van een sigarendoos. Het bedrag zit nu eenmaal niet in mijn achterzak.”
Henk de Vries, Keizersgracht 610, Amsterdam, 1990
Dedato
Henk was nog steeds verantwoordelijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de hele onderneming, inclusief het onroerend goed. De risico’s werden te groot om door één persoon te worden gedragen. Het werd tijd om op zoek te gaan naar compagnons met risicodragend kapitaal. Hij zocht en vond partners, die kort daarna hun intrek namen in het pand aan de Keizersgracht. Ondertussen werd er nagedacht over een nieuwe naam voor Ontwerpgroep Henk de Vries. Hij vond dat er onder zijn naam al genoeg was gedaan. Het werd ‘Dedato’. Met nieuwe partners en een hernieuwd elan werd in 1992 een nieuwe toekomst tegemoet getreden. Henk had de naam zelf bedacht en had er alle vertrouwen in.
Door de recessie kwam er echter te weinig werk binnen om het bureau draaiende te houden. Hij besloot het pand, zijn persoonlijke eigendom, te verkopen en op zoek te gaan naar een ander onderkomen. Menigeen zou denken: gas terug! Zo niet Henk. In al zijn voortvarendheid en oog voor onhaalbare haalbare projecten kocht hij ‘De Zaaijer’, een voormalige kerk in deplorabele staat en wederom aan de Keizersgracht, ditmaal op nummer 22. Een bouwval waar hij dwars doorheen keek en een juweel in zag, als het proces van de verbouwing onder zijn leiding zou gebeuren. Het pand zou gezamenlijk aangekocht worden, maar niet iedereen is zo voortvarend als Henk de Vries. Een hypotheekrente van 12%, economische crisis, faillissementen van trouwe opdrachtgevers – zeker niet de kleinsten of de minsten – brachten hem in een moeilijk parket. Hij had de financiering van de aankoop van ‘De Zaaijer’ ter overbrugging op zijn nek genomen en vroeg zijn partners om conform hun aandeel in de zaak bij te dragen. Zij schrokken echter van de risico’s en vertrokken voor het zingen de kerk uit. Henks commentaar: “Ik hing met mijn neus boven de emmer.” Door een extra hypotheek op zijn privé-woning te nemen en het geld in het bureau te stoppen hield hij de boel overeind. “Je gaat ervoor of niet.” Hij stond er weer alleen voor.
KARWEI (Intergamma) huisstijl en inrichting bouwmarkten vanaf 1993
Amsterdam – Jakarta – Santiago
In de zestiger jaren ging Henk op uitnodiging van zijn vriend Ingkie, van Omnimark, naar Java. Ingkie was daar geboren en wilde hem laten kennismaken met zijn roots: zien, ruiken, horen en proeven. Hij beleefde het als een cultuurschok. Hij zag met hoe weinig middelen mensen leefden en als zij al iets nodig hadden, maakten ze het zelf: een bananenboomblad werd een bord, tafelkleed, paraplu of een verpakking. Hij begon te twijfelen of hij nog wel verder wilde gaan met zijn vak, maar een project voor Sikkens in New York zette hem weer met beide benen op de grond. Hij ging door, maar deed in Indonesië veel inspiratie op voor latere projecten. Hij was gefascineerd door het land, de cultuur en de mensen en bleef er terugkomen.
Gastdocentschap ITB Bandung Indonesië, 1973
In Bandung kwam hij in contact met Mochtar Apin en Pirous, docenten aan het Institute of Technology Bandung (ITB), waar hij een aantal keren als gastdocent was uitgenodigd. Hij stelde voor de mogelijkheden te onderzoeken voor een uitwisselings-programma, een ‘East meets West’ met ontwerpers en docenten. Zijn onbedwingbare kracht en overtuiging om mensen samen te brengen zullen zeker hebben bijgedragen tot het omarmen van het idee door anderen. In zijn voortvarendheid maakte hij zelfs Ruud Bos van Bilaterale Zaken ‘medeplichtig’ door tijdens diens officiële oriënterend bezoek aan Bandung een voorstel te doen. Henk zou geld geven om de uitwisseling tussen Indonesische docenten en Nederlandse ontwerpers mogelijk te maken, mits Bilaterale Zaken het bedrag zou verdubbelen. Bos zou het aan zijn minister voorleggen.
Terug in Nederland ging Henk bij hij verhaal halen en met succes. Zelfs een tweede subsidie kwam er, met medewerking van Matty Veldkamp van het ministerie van WVC. En zo konden Indonesische docenten (Taufik, Indarsja, Alfonso en Pribadi) naar Nederland reizen om stage te lopen bij het bureau van Gert Dumbar en bij Henks eigen bureau. Vanuit Nederland reisden o.a. Jan van Toorn, Gijs Bakker en Will van Sambeek naar Bandung om gastlessen te geven.
Docenten ITB op stage in Nederland, vlnr Indarsja, Alfonzo, Pribadi, Henk de Vries, 1995
Ontwerp villa op Java, Indonesië, 1995
Studio Dedato Indonesia, Jakarta, 1999
Zijn grote interesse voor de Indonesische cultuur, leefwijze en menselijke omgang brachten hem op het idee om met Taufik, industrieel ontwerper en één van de docenten die bij hem in Nederland stage had gelopen, in Jakarta samen een ontwerpbureau op te zetten. Taufik ging na enig aarzelen akkoord. Zijn vaste inkomen als docent moest hij ervoor opgeven. Er werd een geschikte ruimte voor een studio gevonden. Henk ondervond dat huren in het Oosten anders gaat dan in het Westen. Hij en Taufik wilden de gevonden ruimte voor vijf jaar huren, maar dan moesten ze de huur voor vijf jaar vooruitbetalen. “Voor dat bedrag kunnen we een pand kopen”, zei hij, en zo werden de startende ondernemers onroerend-goedbezitters. Het was 1988. Er werd nog een aantal keren verhuisd, telkens naar een grotere ruimte naarmate het bureau groeide. Met heden ten dage negentig medewerkers heeft het bureau onder de naam Dedato designers and architects zijn plek in de Indonesische ontwerpwereld veroverd.
Medewerkers Dedato Indonesia (derde rij van onder links, Taufik)
Driewieler Bajaj, Dedato Indonesia (ontwerp Taufik), 1984
In 1996, op een van zijn vele reizen, kwam Henk in Santiago (Chili) in contact met ontwerper/kunstenaar Francisco Morello. Hij was verbaasd dat er in Chili zoveel overeenkomsten waren met Europa. Een andere cultuur en mentaliteit maar toch ook Europees. Hij besloot ter plekke met Morello een bureau te starten. Evenals in Indonesië moest in Chili de huur vooruit worden betaald. Dus werd er maar meteen gekocht, met geld van de bank. In de ambassadewijk van Santiago werd een pand betrokken van waaruit Francisco Morello en medewerkers Chileense opdrachtgevers bedienden. Een opdracht voor het maken van een winkelinterieur voor horloges van Davis was er één van. Het interieur werd op het bureau in Amsterdam ontworpen en in Santiago uitgewerkt. Samen waren de drie bureaus – Amsterdam, Jakarta en Santiago – dankzij het tijdsverschil 24 uur per dag open, zonder het maken van overuren. Het ging een tijdje goed in Santiago, maar het financiële beheer aldaar hield niet over en na vijf jaar hield Henk het voor gezien.
Zitten is een werkwoord
Henk heeft iets met stoelen. Niet dat hij zo veel zit – integendeel, hij is nogal beweeglijk. Of hij zet mensen in beweging. Van Gerrit Rietveld is de uitspraak “Zitten is een werkwoord”. Henk zou het gezegd kunnen hebben. Veel van zijn stoelontwerpen zijn ontstaan door de cultuur waar hij te gast was op de een of andere manier te laten samensmelten met de cultuur waarin hij is opgegroeid. Oerdegelijke Hollandse constructies werden als het ware aangeraakt door Oosterse verfijning.
Houten stoelen, Japara, Indonesië, 1990
Vergadertafel Raad van Bestuur Akzo Nobel (ism Peter van Dijk), 1993
Display tafel Galerie Novantanove, 1990
Binnen Dedato had Henk ‘Stichting De Zaaijer’ opgericht, die onder meer in de maand augustus het afstudeerwerk toonde van geselecteerde studenten van diverse kunstacademies. Het waren jaarlijks mooie en informatieve proeven van kunnen door excellente studenten, o.a. Marcel Wanders en Henk Stallinga, die daarmee een platform kregen aangeboden. In de wisselende samenstelling van de jury zaten o.a. Marjan Unger, Mart van Schijndel, Nel Verschuren en Gabriëlle Metz. Henks voortvarendheid kwam ook tot uiting tijdens zijn gastdocentschap aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Hij nodigde zijn studenten uit voor een bezoek aan Dedato om ze te kunnen laten zien dat de ontwerpdisciplines met elkaar verbonden zijn: grafisch, industrieel, interieur en ook architectuur. Dick Venneman, één van de studenten riep: “Wat een fantastisch bureau is dit! Hier zou ik wel wel willen werken.” Henk reageerde direct: “Je kunt morgen beginnen.” Nu is Dick Venneman één van de vier partners/eigenaars van Dedato.
Het werk trok weer aan. In zijn medewerkers Jaap Bruynen (financieel directeur), Peter van Dijk (creatief directeur), Dick Venneman (architect) en Anton Vos (grafisch vormgever) vond hij de kennis en het enthousiasme om een goed multidisciplinair bureau te runnen en kwaliteit te leveren waar men blij van wordt. De eerste grote bouwopdracht (60.000 m2) was een kantoorpand en distributiecentrum voor handels-firma Fetim in Amsterdam. Voor Fetim was al eerder een huisstijl ontworpen door Robert van Rixtel, die toen bij hem werkte. Henks missie “Met het platte vlak de ruimte in” werd verwezenlijkt.
Vrijstaande keuken met verwisselbare kastdeuren, Tulp Keukens, 1995
Maquette tuinhuis, 2012
Kantoor en distributiecentrum handelsfirma Fetim, Amsterdam (ism Dick Venneman), 1996
Huidige pand Dedato Amsterdam (ontwerp Dick Venneman), 2015
Dedato ontwerpers en architecten ontwikkelde zich als een bureau met oog voor kwaliteit en kreeg interessante opdrachten, waaronder Theater Amsterdam (‘een theater voor Anne Frank’), het Depot voor het Stedelijk Museum Amsterdam en het hoofdkantoor voor Diesel in Amsterdam. Aan de Danzigerkade heeft het bureau een nieuw eigen pand ontworpen en nog een flink aantal gebouwen, waarbij je bijna kunt spreken van een stedebouwkundige aanpak. Er is al geopperd de naam Danzigerkade te veranderen in Dedatokade. Maar ook de andere disciplines timmeren flink aan de weg. Zo wordt er nog steeds hard gewerkt aan het beeld van Karwei, waarvoor inmiddels de vierde reklame campagne wordt gerealiseerd en zijn diverse gemeentes, waaronder Breda, Goeree-Overflakkee en Krimpenerwaard, voorzien van een nieuwe huisstijl.
Henk heeft het bureau in 1998 overgedragen aan voornoemde medewerkers, nu partners/eigenaars. Bij zijn afscheid in het Tuschinsky Theater in Amsterdam werd hij toegezongen. In het lied kwam de regel voor die hem verzekerde “dat zijn stoel bij Dedato altijd zou blijven staan.” De volgende dag ging hij voor de zekerheid nog even langs. “Mijn stoel was verdwenen maar welkom ben ik er nog steeds.” De band met Indonesië is eveneens gebleven. De kleinschaligheid van de lokale bedrijfjes bracht hem ertoe producten te ontwerpen die daar ter plekke geproduceerd kunnen worden. Het avontuur moet worden geleefd.
Tuintrap, Château de Tavigny, België, 2008
Wisseltrofee, 24 heures Cyclistes Tavigny, België, 2009
Henk de Vries
geboren op 2 juli 1939, Amsterdam
Auteur: Guus Ros, september 2015
Eindredactie: Sybrand Zijlstra
Portret foto: Aatjan Renders