Cor Rosbeek

‘Kan niet bestaat niet’ en ‘ik verkoop geen drukwerk, ik verkoop vertrouwen’. Deze twee uitspraken van Cor Rosbeek, die jarenlang met zijn broer Jean de gelijknamige drukkerij in Nuth bestierde, typeren hem. De eerste uitspraak slaat op de inzet waarmee deze drukkerij sinds 1963 probeert het onderste uit de kan te halen aan kwaliteit en op de houding die zij inneemt ten opzichte van de wensen van de ontwerper. Een extreme gerichtheid op de ontwerper werd in de loop der jaren het handelsmerk van Rosbeek. De tweede uitspraak is eveneens karakteristiek, want voor de drukker als partij tussen de partijen, tussen de ontwerper en zijn opdrachtgever, draait alles om onderlinge verhoudingen en een bemiddelende positie. Drukkerij Rosbeek is dan ook veel méér dan een uitvoerder van drukwerk. Zij is een uitgesproken deelnemer aan het proces opdracht-ontwerp-drukwerk en levert met haar werk een bijdrage aan de cultuur. 

De jury van de Best Verzorgde Boeken op de trap van het Stedelijk Museum Amsterdam rond 1990, met Cor Rosbeek tweede van links.

Eigenlijk wilde jonge Cor Rosbeek helemaal geen drukker worden, maar vertegenwoordiger (‘die reden rond in prachtige auto’s’) of kunstenaar (‘iets scheppen’). Toen hij zestien was overleed zijn vader en omdat er financieel niets geregeld was, zag hij zich als oudste zoon genoodzaakt de drukkerij van zijn vader voort te zetten. 

Rosbeek, geboren in 1944, groeide op in het Limburgse Hoensbroek, boven de drukkerij waar zijn vader kleinhandelsdrukwerk maakte voor bedrijven, midden-standers en families uit de buurt. Cor senior zou aanvankelijk als chef drukkerij voor schoenfabriek Bata gaan werken, maar de oorlog brak uit en de eigenaren van Bata, Tsjechische joden, vluchtten naar Engeland. Hij had zich het vak eigen gemaakt, deed alles alleen en was een harde werker. De kinderen – Cor, Jean en hun jongere zusje – hielpen in de zaak als het druk was. In zijn vrije tijd speelde vader bij dertien verschillende muziekgezelschappen. 

Cor volgde de handelsdagschool en fantaseerde boven atlassen over andere werelden. Op zaterdag trok hij zijn puntschoenen aan en ging hij dansen op rock en rollmuziek. Hoewel hij uit een eenvoudig milieu kwam en er in de omgeving hoegenaamd geen kunstleven bestond, wilde hij meer bereiken dan zijn vader. Hij was ambitieus en leergierig en stond open voor de moderne tijd. ‘Ik ben pas later van het drukkersvak gaan houden, toen ik succes kreeg, en toen was ik ook niet meer af te remmen. Ik wilde de beste worden.’ 

Een blik op de drukkerij rond 2003

Smaak, kwaliteit en niveau
Bepalend was zijn eerste klant, verffabrikant Jo Eyck, die zich aansloot bij de Sikkens-groep en distributeur voor Limburg werd. Hij had rond dezelfde tijd als Cor Rosbeek het bedrijf van zijn vader overgenomen. Jo Eyck was een bevlogen man met belangstelling voor kunst en vormgeving, die met ontwerpers werkte. Een perfectionist ook, die kritisch was op het drukwerk dat hij liet maken. Cor zegt veel van hem te hebben geleerd: ‘Alles wat je doet moet getuigen van smaak, kwaliteit en niveau. Jo Eyck profileerde zich door zijn kwalitatieve benadering van de markt en interesseerde daarmee architecten, projectontwikkelaars en opdrachtgevers. Ik zag dat deze benadering overtuigde.’

Een tweede belangrijk contact was dat met binnenhuisarchitect Herman Zeekaf, die in Heerlen moderne vormgeving verkocht. Toen Cor Rosbeek een bezoek aan diens winkel had gebracht, bestelde hij resoluut de neo-romantische eikenhouten stoelen af waarvoor hij aan het sparen was. Ook met Zeekaf ontwikkelde hij een hechte band. Als binnenhuisarchitect was deze betrokken bij de nieuwbouw van de drukkerij en bij latere verbouwingen. 

Opdrachten via ontwerpers
Allengs rijpten bij Rosbeek de ideeën over de richting die hij met zijn bedrijf wilde volgen: perfect drukwerk leveren en samenwerken met ontwerpers. Bovendien werden in 1965 de Staatsmijnen gesloten waardoor er naar nieuwe opdrachtgevers gezocht moest worden. Bij Rosbeek keken de broers naar voorbeelden als drukkerij Meijer uit Wormerveer en Steendrukkerij De Jong & Co uit Hilversum, waar veel ontwerpers kind aan huis waren en gedurfde staaltjes drukwerk tot stand kwamen, zoals de Kerstnummers van Drukkersweekblad en Autolijn en de Kwadraatbladen van Steendrukkerij De Jong & Co. In eigen regio hadden de broers weinig concurrentie. De betere opdrachten kwamen bij Rosbeek terecht dankzij contacten met ontwerpers als Baer Cornet en Geert Setola, die klanten aanbrachten als meubelbedrijf ’t Spectrum, kopieermachinefabriek Océ van der Grinten, machinefabriek Stork en Randstad Uitzendbureau. Wim Crouwel was een van de eerste ontwerpers uit het westen die naar Rosbeek kwam met werk (voor importeur Kreymborg). Er volgden er snel meer, zoals Jan Bons met de kalenders voor Van Ommeren waarvan hij een instituut had gemaakt.

Goodwill-uitgave 35, JVE/THE affiches. Ontwerp Stefan Graatsma
Goodwill-uitgave 38, Quoi Que, expériences graphiques et typographiques. Ontwerp Pierre di Sciullo

Rosbeek specialiseerde zich in hoogwaardig drukwerk en besteedde in het bijzonder aandacht aan de kwaliteit van (kunst)reproducties. Een gestage stroom jaarverslagen, museumcatalogi en kunstboeken verliet de drukkerij en er kwamen steeds meer opdrachtgevers uit het hele land bij, zoals Art Unlimited, het Rijksmuseum en vele anderen. Daarnaast begon Rosbeek in 1969 met een reeks goodwill-uitgaven, die nu al 57 deeltjes beslaat. Dat is de geschiedenis van drukkerij Rosbeek in een notendop, maar wat maakt het bedrijf zo speciaal? Opmerkelijk zijn natuurlijk om te beginnen de decentrale ligging, én de unieke bedrijfscultuur. 

Exotisch Limburg
Ofschoon Randstedelingen wel klaagden over de afstand, draaide Cor Rosbeek het argument om en stelde hij een bezoek aan zijn bedrijf voor als een exotisch uitje. Ontwerpers die naar Limburg kwamen werden door hem gefêteerd. Jan Bons bleef soms weken logeren als de Van Ommeren-kalender af moest. Zo ontstond een bijzondere band met de drukker, die de vijfentwintig jaar oudere ontwerper haast als een tweede vader ging beschouwen. ‘Zijn kwaliteitsbesef ging ook over de kwaliteit van het leven en als het maar even kon, genoot hij op alle fronten. Het klikte direct tussen ons. Bons was een vakman en als die kalender gedrukt werd zat hij er de hele dag bij. ’s Avonds gingen we samen eten en vertelde hij over zijn avonturen.’ 

Het relatieve isolement van de drukkerij betekende ook dat tradities er langer doorleefden en moderniseringen er in een lager tempo doorgevoerd werden. Bovendien bleef Cor Rosbeek gedurende al die jaren de spil en het aanspreekpunt van de drukkerij, terwijl er elders in de branche gedurig gereorganiseerd en gefuseerd werd. Dit droeg bij tot de consistentie en eigenheid van drukkerij Rosbeek. Door standvastig voor kwaliteit te kiezen en expertise op te bouwen in bijzonder drukwerk werd het bedrijf normerend binnen de grafische industrie. 

Goodwill-uitgave 40, Aad de Haas. De schilderingen en kruiswegstaties in de St Cunibertuskerk te Wahlwiller. Ontwerp Reynoud Homan
Goodwill-uitgave 45, Cultiver notre jardin. Ontwerp Jan van Toorn

Unieke bedrijfscultuur
Binnen het bedrijf heerste een volstrekt eigen cultuur, gedragen door beide broers. Jean was verantwoordelijk voor de technische kant en de organisatie binnen het bedrijf, Cor onderhield de externe contacten en haalde de orders binnen. Samen groeiden ze erin. Ze liepen elkaar niet voor de voeten en wisten onderlinge aanvaringen snel op te lossen. Allebei stonden ze voor kwaliteit en vonden de omgang met het personeel belangrijk. De meeste werknemers bleven er ook lang. Ontwerper Reynoud Homan: ‘Bij Rosbeek heerst een specifiek klimaat. De mensen passen niet zozeer goed binnen het bedrijf, als wel binnen de familie. Het is een gezin waarin het gevoel voor kwaliteit verinnerlijkt is.’ 

Cor Rosbeek zegt zelf dat zijn karaktereigenschappen hem tot ondernemer maakten: ‘Ik heb gevoel voor vrijheid, kan mensen motiveren, kan goed verkopen en heb economisch inzicht. Ik ben gedreven en nieuwsgierig, maar ben geen ondernemer in de zin van de manager die vergaderingen leidt en vanuit een helikopterblik beslissingen neemt. Ik werk gevoelsmatig en direct.’ Bovendien is hij eigenzinnig en heeft hij zich nooit iets aangetrokken van de concurrentie. Cor ging zijn eigen weg. En hij ging ook óp weg: met zijn fraaie auto’s maakte hij vele kilometers, want hij bezocht zijn klanten zelf en ging – uniek – ook bij de ontwerpers langs. ‘Ik “verkocht” ons werk op het begrip voor de inhoud, op de vertaling daarvan. Ik sprak niet over de techniek. Ik verdiepte me terdege in het werk van de kunstenaar waar een boek over ging. Zo won ik niet alleen vertrouwen, maar was ook in staat de intenties duidelijk te maken aan mijn medewerkers. De manier waarop ontwerpers hun werk uitlegden en hun beslissingen en keuzes motiveerden hielp me daarin verder. Ik kon dat overbrengen binnen het bedrijf en de mensen ermee opvoeden. Je werkte met z’n allen aan het recht doen van de inhoud.’ 

Goodwill-uitgave 50, Cubische Constructies van Jan Slothouber en William Graatsma. Ontwerp Baer Cornet
Goodwill-uitgave 54, Omgaan met kunst en natuur. Jo en Marlies Eyck te Wijlre. Ontwerp Baer Cornet

Hij beschikte bovendien over medewerkers met dezelfde mentaliteit, zoals Michel Kölker, een helaas vroeg overleden werknemer die hij hogelijk waardeerde. ‘Michel was clever, precies en leergierig. Hij begreep waar het om ging bij een ontwerper, was doortastend, een uitstekend orderbegeleider, goed in de omgang, flexibel, niet slaafs en een autoriteit door zijn kennis. Hij involveerde zich in een ontwerp en kon goed organiseren.’ Michel en zijn broer Herman waren samen met Cor en Jean de pijlers van de drukkerij. Ook privé trokken de vier gezinnen met elkaar op. 

Sterke staaltjes
De drijfveer om mooie dingen te maken, onderscheidingsdrang, ambitie en een zekere eigenzinnigheid. Het zijn trekken die Cor Rosbeek met tal van ontwerpers gemeen heeft. Met grote inzet wijdde de drukkerij zich aan haar taak: ‘verlengstuk van de ontwerper zijn’ en ‘drukwerk maken met een ziel erin’. ‘Wij denken met de ontwerper mee en proberen zijn wensen te realiseren, bijvoorbeeld door het maken van reproducties op papier dat daar normaal niet geschikt voor geacht wordt. Daardoor hebben we een voorsprong gekregen. We voelen ons bijna in dienst van de ontwerper en we hebben door ervaring en toewijding een positie opgebouwd. Het gezamenlijk streven naar het beste en naar bepaalde waarden, eer in je werk leggen, delen we met hen, al is er aan beide kanten ook eigenwijsheid.’ 

Sheila Hicks, Weaving as Metaphor. Ontwerp Irma Boom

Kan niet bestaat niet. Dat er geen moeite teveel is, mocht ik zelf ondervinden bij de productie van de monografie Mode en module over Wim Crouwel. De talloze reproducties in dit boek bleken allemaal opnieuw gescand te moeten worden, een proces van dagen en heen en weer sjouwen met de originelen. Maar op de drukkerij viel niets te bespeuren van stress of tijdsdruk en bleef iedereen stoïcijns doorwerken zonder dat de concentratie een ogenblik verslapte.

Een zeer sterk staaltje dat het bedrijf verliet was het meer dan 2000 pagina’s tellende SHV-boek, waar grafisch ontwerpster Irma Boom vijf jaar lang aan gewerkt heeft. En onlangs leidde dezelfde samenwerking met Rosbeek tot een bijzonder boek over het werk van textielkunstenares Sheila Hicks. Andere opvallende producties waren Het Nederlandse Bankbiljet 1814 – 2002 voor De Nederlandse Bank, fotoboeken van Aart Klein en Leonard Freed, een reeks architectenmonografieën en niet te vergeten de facsimile van de dagboeken van Anne Frank. De oude schriftjes en het dagboek van Anne, inclusief ingeplakte plaatjes en foto’s, geschreven in verschillende inkten en met potlood, werden met uiterste zorg gescand en gereconstrueerd, waarbij de aandacht vooral uitging naar de tactiele aspecten van alle details: het specifieke papier, de slijtageplekken, de vouwen en de scheuren. Zo valt er een hele reeks namen en titels op te noemen uit de geschiedenis van Rosbeek, boeken en catalogi die alle het predikaat ‘best verzorgd’ verdienen, maar die in dit korte bestek niet nader aan bod kunnen komen.

Het Nederlandse Bankbiljet 1814-2002, de Nederlandse Bank. Ontwerp Arlette Brouwers
The Furniture Collection Stedelijk Museum Amsterdam, NAI publishers. Ontwerp Beukers Scholma

Oneindige mogelijkheden
Cor Rosbeek heeft met talloze ontwerpers gewerkt en zich ingeleefd in hun wensen en grillen. Al heeft hij zich als jurylid van het instituut Best Verzorgde Boeken uitgesproken tegen al te veel toeters en bellen, toch zegt hij: ‘Ik denk nooit: “die ontwerpers maken het te gek”. Bij elk experiment denk ik: “kan niet bestaat niet”. Bovendien ben ik gretig en wil ik alles meemaken wat er op drukgebied mogelijk is.’ Hij heeft grote bewondering voor Jan Bons, Baer Cornet, Wim Crouwel, Jan van Toorn, Karel Martens, Reynoud Homan en Irma Boom, maar werkte met iedere andere ontwerper even graag.

‘Ontwerpers hebben allemaal verschillende naturen, maar ik vind ze allemaal interessant en de mogelijkheden in het grafische werk zijn oneindig. Bons had een benijdenswaardige vrijheid in de omgang met de grafische middelen, ook al was hij streng op kleur en detail. Hij bracht op zijn gevoel een nieuwe eenheid aan in een boek of een kalender; ging niet elk plaatje met de dia erbij op juistheid controleren, maar keek naar het geheel en de homogeniteit ervan. Daarmee hij leerde me dat enige losheid en het relativeren van dogma’s ook heel mooi kan zijn. Ook Crouwel kon enige afwijkingen wel verdragen, terwijl anderen veel exacter zijn en het precies willen hebben. Boekontwerpers letten meer op de details en de millimeter. Hun werk is delicater.’ 

Jaarverslag 2007 Mondriaanstichting. Ontwerp Ingeborg Scheffers
Hans Bockting (Una) ontvangt samen met Cor Rosbeek de eerste prijs in de contest van de beste jaarverslagen 1992

Ontwerper Hans Bockting, die al vijfentwintig jaar de jaarverslagen van Van Lanschot Bankiers verzorgt en ook andere boeken bij Rosbeek liet drukken, bevestigt de toewijding van de mensen die er werken. ‘Ze snappen wat ik wil en verwacht, en denken mee. Soms komen ze zelf met suggesties. Een verschil met andere drukkers is dat ik bij Rosbeek één aanspreekpunt heb, in de persoon van Sander Janssens. Hij begeleidt het hele proces, is altijd bereikbaar en is op de hoogte van alle aspecten van zo’n opdracht. En bij Rosbeek beschikken ze over een uitstekende prepress-afdeling. Het zetwerk en de opmaak – heel complex met al die cijfers en tabellen in zo’n jaarverslag – zijn altijd perfect.’ Ook drukwerkdeskundige Henk Gianotten stelt dat Rosbeek niet alleen een enorme kennis en expertise heeft opgebouwd in complexe opdrachten waardoor er vertrouwen is bij alle betrokkenen, maar vooral dat er in de hele drukkerij goed wordt samengewerkt en gecommuniceerd. Prepress en drukkerij zijn hier geen aparte werelden. 

Presentatie van het boekje Linotype aan Henk Gianotten, resultaat van de werkgroep zettechniek van de BNO in 1992 en mede mogelijk gemaakt door Drukkerij Rosbeek

Goodwill-reeks
De eigen goodwill-uitgaven – ‘ik wilde zelf wel eens iets maken dat hoge ogen gooide’ – verschijnen sinds 1969 en vormen een verhaal apart. Adviseur Baer Cornet, later opgevolgd door William Graatsma, droeg de onderwerpen aan, die varieerden van drukgerelateerde zaken als letterproeven en papier, tot neontekens, platgetrapte Colablikjes en monografische publicaties over kunstenaars uit de regio. Soms lagen ze in het verlengde van de Limburgse cultuurprijzen: de Charles Nypelsprijs voor typografie, de Frans Erensprijs voor literatuur, de Werner Mantzprijs voor fotografie en de Papierprijs. 

Harry Sierman ontvangt de Charles Nypels-prijs 1992 uit handen van Cor Rosbeek

Baer Cornet tekende in de meeste gevallen voor de vormgeving van deze publicaties, maar later kwamen ook anderen aan bod, zoals Walter Nikkels, Harry Sierman, Toon Michiels en de ontwerpers van Emigré. Deze uitgaven zijn méér dan voorbeelden van technisch kunnen of pure representatie. Ze boden auteurs, kunstenaars en ontwerpers weliswaar de gelegenheid om te experimenteren, maar waren ook een podium waarop werk en ideeën naar voren gebracht konden worden, bijvoorbeeld in de monografieën over Charles Nypels en Dom Hans van der Laan of in het kunstenaarsboek van Dieter Roth. Ook andere – Limburgse – kunstenaars werden via de reeks voor het voetlicht gebracht: Aad de Haas met zijn schilderingen in de St. Cunibertuskerk, de fotograaf Kim Zwarts en ontwerper William Graatsma. De drukker is hier geen intermediair maar een initiator, medeschepper van de cultuur. 

Wederzijds vertrouwen
Zo komen we te spreken over de maatschappelijke betekenis van de drukker die zich nadrukkelijk identificeert met de cultuur en daarin een onmisbare rol vervult omdat hij handelt vanuit groot respect voor die cultuur en deze dient. Het verhaal van drukkerij Rosbeek gaat over veel meer dan druktechnische kwaliteit. Het is de zorg en de aandacht waarmee de ontwerpcultuur wordt gedragen. Voor Rosbeek is de ontwerper de opdrachtgever en niet de klant die het drukwerk betaalt. ‘Wij stellen ons altijd achter de ontwerper op en verdedigen zijn visie.’ 

De eigenlijke opdrachtgever komt feitelijk niet eens in beeld, uitzonderingen daargelaten. Want in Nederland zijn opdrachtgevers eraan gewend geraakt om voor kwaliteit een ontwerper in te schakelen en het drukwerkbegeleidingsproces aan hem over te laten. Doordat de ontwerpers een status bereikten kunnen ze met een zekere autonomie en gezag optreden. En omgekeerd vertrouwt de ontwerper op de expertise en de inzet van de drukker. Deze verhoudingen zijn mogelijk uniek voor Nederland en gaan op voor een situatie waarin het representatieve drukwerk niet bepaald wordt door de markt of door de smaak van het publiek, maar door de vraag en de behoefte van de opdrachtgever zelf. 

Rosbeek onderkent dat deze situatie bijzonder is, maar tekent daarbij aan dat ze onder druk staat. Opdrachtgevers zijn veel meer gaan letten op de kosten en wijken steeds vaker uit naar het buitenland. Ook onder ontwerpers is er meer competitie in prijs. Tegelijkertijd is drukkerij Rosbeek zelf ook gaan werken voor buitenlandse klanten, vooral in Engeland en Ierland. In dat laatste land verkeren de ontwerpers overigens in een vergelijkbare positie als in Nederland; er heerst geen hiërarchische bedrijfscultuur. ‘Bij instellingen als musea heb je rechtstreeks contact met de conservator, dat loopt niet via de directeur. De gesprekken zijn direct en gaan over de inhoud en er ontstaat vertrouwen.’ 

Goodwill-uitgave 57, Het huis van San Claessens. Ontwerp William Graatsma

Keukengeheim
Vertrouwen is een sleutelbegrip in de onderlinge relaties en processen die het eindresultaat bepalen. Adviseur zijn en een autoriteit, persoonlijke banden opbouwen en – niet te vergeten – een grote liefde voor het boek. Het is geen wonder dat Cor Rosbeek zo van zijn werk houdt en ermee vergroeid is. En, omgekeerd, dat ontwerpers graag met hem werken, omdat ze in hem een klankbord vinden. Toch blijft het geheim van Rosbeek niet helemaal te benoemen. Chemie, zegt Rosbeek zelf. Chemie, als in koken, zijn grote liefhebberij. Met de ontwerpers praat hij liever over sauzen en smaken dan over een jaarverslag. Dat is niet per se Bourgondisch of Limburgs, maar plezier hebben in het maken, iets laten ontstaan, zintuiglijkheid. En toch ook weer ambitie, want toen hij eenmaal de smaak te pakken had werd hij lid van een kookclub om zich te verbeteren en titels te behalen. Zijn specialiteit: sauzen.

 ‘Omdat Cor je alles kan vertellen over koken’, zo stelt Reynoud Homan, ‘laat je als ontwerper het drukwerk aan Rosbeek over. Belangrijk is dat het om een proces gaat waardoor er muziek in die saus komt en er iets gebeurt als je die saus proeft. Daarmee onderscheidt drukkerij Rosbeek zich nog steeds en net als koken is drukken bij hen een mysterie.’ Het mysterie van het proces slaat echter niet alleen op de techniek, maar vooral op de bijzondere persoonlijke relaties en op de manier waarop Cor Rosbeek zichzelf en zijn drukapparaat openstelt voor de makers van cultuur en
het boek als cultuurgoed. 

Cor Rosbeek en Wim Crouwel op de opening van de tentoonstelling van Rosbeeks goodwillpublicaties bij Kühn & Kühn in Keulen 1998

Cor Rosbeek
geboren op 6 december 1944, Schinnen
overleden op 10 juni 2019, Amsterdam


De tekst van dit boekje kwam tot stand op basis van gesprekken met Cor Rosbeek, Reynoud Homan, Hans Bockting en Henk Gianotten en teksten van lezingen en toespraken van Cor Rosbeek.

Auteur: Frederike Huygen, juni 2008
Eindredactie: Sybrand Zijlstra
Portretfoto: Aatjan Renders